Al bouwende heb ik het ontwerp van Harry Stipkes nog eens nader onder de loep genomen: het moet simpeler kunnen zonder gebruik te maken van een pantograaf met een smal sleepstuk en te puzzelen onder de gespannen draden. Harry is behulpzaam geweest om nog eens goede foto te maken, hoe de draden voor de ruit te spannen zodat er een goed beeld gevormd kan worden. Dat leverde mij nieuwe ideeën op en uiteindelijk zal de draadmethode van Harry dus niet worden gebruikt …

Drie gegevens zijn van belang om de Zwitserse Ruit te kunnen bouwen. Dat zijn:

  • het hart van de rails in het wissel (de puko’s in dit geval en de geometrie van de Zwitserse bovenleiding in model volgens de richtlijnen in “Die SOMMERFELDT-Aufbauanleitung”;
  • centreerpunt in het engels wissel;
  • CH-rijdraaduitslag: deze bedraagt volgens het Zick-Zack principe 3 mm uit het hart van de rails en zeker bij gebruik van smal sleepstuk.

170127 Draden in de Zwitserse Ruit.jpg

Het engels wissel 2275 van Märklin ligt hier op een berken triplex plaat. Die wordt niet alleen gebruikt om de draadposities te bepalen, maar tevens om een soldeermal te kunnen fabriceren. Handig voor een volgende Ruit en gaat dan immers in één moeite door.

De spijkertjes buiten het engels wissel worden 3 mm uit het hart van de rails en ca 5 mm uit de laatste biels in het hout genageld en wel zodanig dat er een zig-zag patroon zichtbaar wordt als je de lijnen gaat verbinden. Onderstaande foto verduidelijkt het nog meer:

170127 Draden ingekleurd in de Zwitserse Ruit.jpg

Belangrijke feiten op een rijtje en hoe je daarmee te werk gaat (foto hierna):

  • bepaal het hart van de rails: markeer deze op de triplex plaat ca. 5 mm voor de biels;
  • markeer vervolgens aan weerszijden de uitslag van 3 mm uit het hart van de rails zoals op de foto aangegeven;
  • markeer met een potlood o.d. op de triplexplaat de omtrek van de wisselplaat zoals aangeven op de foto in het rode kader;
  • verwijder vervolgens alleen het wissel en verbind de twee hartlijnen in rechte lijn met elkaar (op de foto zijn dat de groene lijnen);
  • verbind vervolgens de uitslag linksboven met rechtsonder en vervolgens linksonder met rechtsboven (op de foto is dat de rechte zwarte lijn van links naar rechts);
  • bepaal het centreerpunt in de wisselplaat EN trek vervolgens een rechte lijn over het centreerpunt zoals op de foto met rode lijn aangeven;
  • als er andere Engels wissel wordt gebruikt, dan is het kruisen van de hartafstanden het centreerpunt van het wissel;
  • zet op max 5 mm uit het centreerpunt (hart) stalen spelden in het hout. Daarmee worden de hoeken in de ruit gevormd;
  • trek de bovenste en onderste lijnen van de ruit vanuit de fixeerpunten naar de eindspijkertjes zoals op de foto aangegeven met zwarte lijnen;Op de triplexplaat ingetekend ziet het er dan als volgt uit:

170127 Lijnen in de Zwitserse Ruit.jpg

Voor het maken van een goede soldeermal kan ik berkentriplex aanbevelen of misschien nog beter multiplex. Het is redelijk zacht maar niet weer te zacht en toch makkelijk te ‘krassen’. Voor de rijdraad en de Ruit worden de verkoperde ijzerdraden van Sommerfeldt gebruikt: 0.5 mm voor rijdraad, 0.4 mm voor bovendraad en 0.35 mm voor de hangdraden.

170127 Gereedschappen voor de Ruit.jpg

Voor gereedschap om te ‘krassen’ heb je niet veel meer nodig dan een priem en een stalen liniaal.

Kras met de priem net zolang in het hout dat de draden er precies in komen te liggen. Ze mogen niet boven het oppervlak komen en ook weer niet te diep. Secuur klusje en dat wordt dus regelmatig passen en meten. Voor de fixatie van de werkstukken gebruik ik uiteindelijk de koffieroerhoutjes zoals in Profi-rijdraad: de soldeermal maken is beschreven. Liggen de draden eenmaal goed in de groeven, dan kunnen de fixeerhoutjes makkelijk over de draden gedraaid worden om ze op hun plek te houden en heb je de handen vrij om te solderen:

IMG-20170130-WA0002.jpeg

Foto boven: de soldeermal met de fixaties voor de draden van de Ruit.

In de groeven komen de rijdraden (0.5 mm) van de Ruit te liggen. In het midden wordt de dwarsverbinding van 10 mm gesoldeerd die tevens de vorm van de Ruit intact houdt.

Die verbinding wordt in een driehoekige vorm aangebracht zodat het geheel – en ook optisch – aan de bovendraad hangt. Zie ook Zwitserse Ruit boven Engelse wissels. De lengte van deze hangdraden bedraagt 14 mm. Links en rechts hiervan komen ook weer hangdraden in gespreide vorm: de lengte van deze hangdraden bedraagt 16 mm: spreidstand is hier 5 mm. De laatste hangdraden zijn enkelvoudig en die hoogte bedraagt 18 mm.

Onderlinge afstand tussen de hangdraden bedraagt ca. 68 mm. De hangdraden zelf zijn overigens gevormd uit 0.35 mm verkoperd staaldraad en zijn opgehangen aan verkoperd ijzerdraad van 0.4 mm. Daarmee voldoet het geheel aan de geometrie van Sommerfeldt rijdraad #183 (behalve de hangdraden: ik heb gekozen voor 0.35 i.p.v. 0.4 mm). De rijdraad die de Ruit kruist is de #183 waarbij overigens de middelste hangdraad weggeknipt wordt. Aangezien deze rijdraad ook in de soldeermal is opgenomen maak ik deze nu zelf. Dat is niet alleen veel goedkoper maar je beleeft ook nog eens het plezier van zelfbouw.

De volgende foto’s geven nog wat impressies weer: 

IMG-20170130-WA0009.jpeg

IMG_20170130_173308.jpg

IMG_20170130_192457.jpg

Laatste stap is dat deze nog in de baan moet worden geplaatst. En Harry: nogmaals bedankt voor je hulp: het leverde mij de nodige inspiratie op!

 

 

12 gedachten over “Nogmaals de bouw van de Zwitserse Ruit (verbeterde versie)

  1. Henk,

    Mooie handleiding die schreeuwt om navolging.

    Wel nog een vraagje: je gebruikt een wissel als mal om de spijkertjes te slaan. Daar ga je dan verder mee aam het tekenen. Dat wordt voor mij een beetje lastig, want de wissel ligt als stevig ingebed en aangesloten in de baan.
    Is het ook mogelijk de plaats van het kruis met behulp van gemeten waarden te bepalen? het zou mooi zijn als we hiervoor een soort rekentabel kunnen ontwikkelen.

    Andere vraag: maakt de bouwwijze (Baeseler of niet) nog uit voor de vorm van het kruis? Lijkt me wel, omdat de weg van het voertuig over het wissel verschillend is. Of mogelijk wordt een kruis bij een Baeseler niet toegepast?

    Groeten, Arjan

    Geliked door 1 persoon

    1. Arjan,
      Allereerst dank voor compliment: het uitdenken, mal maken en bouwen was een flink monnikenwerkje en ben er best trots op 😉

      Op je vraag of gemeten waarden ook kunnen: dan is het antwoord JA, daarbij van uitgaande dat je de kruisingshoek kent.

      Antwoord op je vraag of een andere bouwwijze gevolgen heeft voor de vorm van het kruis: ik vermoed net als jij van wel. De kruisingshoek is daarbij medebepalend is mijn gevoel. En hoe het zit met een Baeseler Kreuzung: daarin moet ik je het antwoord schuldig blijven.

      Ik citeer evengoed nog een opmerking van Harry: “De lengte van de ruit reikt vanaf de 5e dwarsligger vanaf het ene einde, tot aan de 5e dwarsligger vanaf het andere einde. (Bij een Engelse wissels van andere merken kan dit afwijken. Test dit, voordat je begint met bouwen!)”.

      Like

  2. Waarom hebben we dit niet vroeger gestart,
    Hier op onze blog al meer bijgeleerd dan acht jaar op het forum. Bijdragen als deze zijn zo duidelijk dat men zich geen betere handleiding kan wensen. Stelt ook de lat (heel) hoog voor de volgende bijdragen.
    Henk en andere schrijvers zal mijn best doen ook zo duidelijk en volledig te zijn:
    TOP bijdrage.

    Like

    1. Tja Johan,

      Eerstens ook jij dank voor compliment 🙂

      Wat is ‘vroeger’? Toen was de swissgroep er nog niet en op het moment dat ie er gekomen is was de tijd nog niet rijp kennelijk voor een blog of dergelijke. Soms moet er eerst iets voorvallen dat de ‘vage’ plannen een zetje krijgen. En dan worden ineens spijkers met koppen geslagen.

      En wat de lat hoog of hoger leggen betreft: denk dat wel de bedoeling is elkaar een beetje ‘op te jutten’ zoals wij dat in NL uitdrukken. Dat gaat meestal toch vanzelf: ook zoiets moet rijpen bij een ieder en zo heeft een ieder ook zijn tempo. We moeten allemaal via de onderste sport de ladder op 😉
      Op dit platform accepteren en respecteren wij het van elkaar wat je elders nog maar weinig tegenkomt zonder expliciet een vinger te wijzen.
      Het is juist die houding naar elkaar wat prikkelt, leert en voldoening geeft. En daarom is de groep ook zo lekker ongedwongen en gezellig.

      Like

  3. Ziet er weer super uit Henk. Mooie beschrijving. Is er geen mogelijkheid om een soort blauwdruk te genereren zodat we vlot de maten kunnen overnemen op berkentriplex ipv van alles terug te moeten uitmeten ?
    Kriebelt wel om dit ook te proberen. Hoe bevestig je trouwens de dwarshouders op de langsdragers. Liggend in zelfde vlak of liggen deze overlappend ?

    Mvg
    Peter

    Like

  4. Peter,

    Een blauwdruk of een tabel met maten: Arjan en ik denken daar al over na. Er is echter een praktische kant aan: hoe kom ik aan Engelse en Baeseler Kreuz wissels!? Inmiddels ontdekt dat de ruit over een Baeseler totaal anders zal zijn als die van de dubbele engels wissel.

    De afstandhouders voor de rijdraden zijn tussen de rijdraden gesoldeerd.

    Bij de Baeseler liggen de tongen buiten het hartstuk, terwijl die van de Engelsman binnen het hartstuk liggen (Zie ook de foto in de header).

    Dus bij deze dan meteen de oproep: wie van jullie kan mij Engelse wissels (PECO PEP-SL0090, ) en of een Baeseler Kreuz in bruikleen geven (voornamelijk TILLIG 85391 en ROCO 42594)??. Dan kunnen de maat nemen, een proefexemplaar maken en dan in tabellen wegzetten.

    Opsturen hoeft niet: neem ze mee op 8 april.

    Like

      1. Dank je Peter, inmiddels ook een C-wissel van De Iris in bruikleen gekregen (ook op basis van een Baeseler-Kreuz) en ook een TILLIG op de kop weten te tikken. 4 verschillende zijn er nu al. Dat gaat helpen om het een ander met in een tabel te kunnen plaatsen met fotowerk! Daar doen we het voor! 😉

        Zoek nu nog de ROCO engelse wissels.

        Like

Plaats een reactie